In totaal werd het volgende aan belasting/heffingen/rechten geraamd en gerealiseerd:
Categorie | Soort | Raming 2016 Realisatie 2016 |
Belastingen | Opcenten | 195,40 miljoen 194,26 miljoen |
Heffingen | Nazorgheffing gesloten stortplaatsen | 0,00 miljoen 0,00 miljoen |
Grondwaterheffing | 0,73 miljoen 0,71 miljoen | |
Rechten | Leges | 2,27 miljoen 2,65 miljoen |
Totaal | 198,40 miljoen 197,62 miljoen |
Opcenten, raming en resultaat 2016
In de begroting 2016 werd € 190 miljoen aan opbrengst opcenten geraamd. Deze raming is bij de Zomernota 2016 bijgesteld naar € 195,4 miljoen. Deze raming loopt door tot 2024.
Jaar | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Begroting 2016 | 190,0 | 190,0 | 190,0 | 190,0 |
Zomernota 2016 | 195,4 | 195,4 | 195,4 | 195,4 |
Verschil | + 5,4 | + 5,4 | + 5,4 | + 5,4 |
In 2016 werd in totaal € 194.262.878,11 opbrengst opcenten gerealiseerd. De bij de Zomernota hoger bijgestelde raming voor 2016 en latere jaren werd veroorzaakt door:
Plug-in-hybrides naar half-tarief: In het Belastingplan 2015 werd besloten dat in 2016 het nihiltarief blijft behouden voor de motorrijtuigenbelasting (en opcenten) voor volledig emissievrije ofwel elektrische auto’s. Voor plug-in-hybrides (PHEV- met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gram/km) werd een half-tarief ingevoerd. Dit resulteert in een hogere opbrengst van circa € 2 miljoen structureel per jaar.
Verhuizingen naar Noord-Holland door leasebedrijven: Uit de halfjaarlijkse gewichtsuitdraai van 26 juni 2015 bleek een flinke toename van bijna 7.000 voertuigen van Grootwagenparkhouders (GWH’s): veelal van leasebedrijven. Deze toename werd bijna geheel veroorzaakt door de verhuizing van een leasebedrijf van Drenthe naar Noord-Holland. Op 16 december 2015 zijn er nogmaals ca. 7.000 auto’s van een leasebedrijf bijgekomen dat verhuisde van Utrecht naar Noord-Holland (naast vele fluctuaties binnen het bestaande “eigen” GWH-arsenaal). Gelet op de late instroom van deze auto’s had dat geen of minder effect op de opbrengst over 2015 maar wel op die van 2016 en latere jaren. Dit leidt tot een hogere opbrengst van circa € 1,8 miljoen structureel. Daartegenover staat een verlagend effect op de opbrengst provinciefonds als gevolg van de hiervoor beschreven wijziging van de belastinggrondslag.
Daarnaast werden niet-ingezetenen tot 2016 aangeslagen naar het tarief van de provincie met het hoogste opcenten-tarief. Vanaf 2016 betalen zij opcenten op basis van de provincie met het laagste opcenten-tarief. De derving is circa € 0,1 miljoen structureel.
Provinciale Staten hebben laatstelijk op 10 november 2008 besloten het opcenten-tarief van 63,9 per 1 april 2009 met vier opcenten te verhogen naar 67,9. Dit besluit is op 12 december 2008 gepubliceerd in provinciaal blad 2008/127. Sindsdien heeft er geen verhoging meer plaatsgevonden, dit tarief gold daardoor ook in 2016.
Onbenutte belastingcapaciteit
Het maximum aantal opcenten dat provincies in 2016 mochten heffen was 110,6 opcenten. Eén opcent genereerde in 2016 afgerond € 2,86 miljoen aan opbrengst. De theoretische opbrengst vanwege onbenutte belastingcapaciteit, mede bepalend voor de provinciale weerstandscapaciteit, kwam in 2016 uit op afgerond € 122 miljoen.
Heffing van opcenten interprovinciaal vergeleken
Provincies mochten met ingang van 1 januari 2016 maximaal 110,6 opcenten heffen. Dit maximum wordt jaarlijks geïndexeerd met de tabelcorrectiefactor (een aanpassing aan de ontwikkeling van gemiddelde prijsindexcijfers). Noord-Holland heeft al sinds 2001 het laagste opcenten-tarief.
Provincie | Tarief opcenten | Tarief opcenten | Maximum tarief | Percentage benut | ||
2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | |
Groningen | 88,4 | 88,9 | 110,1 | 110,6 | 80,3% | 80,4% |
Friesland | 94,1 | 68,8 | 110,1 | 110,6 | 85,7% | 62,2% |
Drenthe | 90,3 | 92,0 | 110,1 | 110,6 | 82,0% | 83,2% |
Overijssel | 79,9 | 79,9 | 110,1 | 110,6 | 72,6% | 72,2% |
Flevoland | 76,6 | 77,4 | 110,1 | 110,6 | 69,6% | 70,0% |
Gelderland | 89,3 | 88,7 | 110,1 | 110,6 | 81,1% | 80,2% |
Utrecht | 72,6 | 72,6 | 110,1 | 110,6 | 65,9% | 65,6% |
Noord-Holland | 67,9 | 67,9 | 110,1 | 110,6 | 61,7% | 61,4% |
Zuid-Holland | 95,0 | 92,0 | 110,1 | 110,6 | 86,3% | 83,2% |
Zeeland | 78,3 | 82,3 | 110,1 | 110,6 | 71,1% | 74,4% |
Noord-Brabant | 76,1 | 76,1 | 110,1 | 110,6 | 69,1% | 68,8% |
Limburg | 77,9 | 77,9 | 110,1 | 110,6 | 70,8% | 70,4% |
Gemiddeld tarief/ benut provincies | 82,2 | 80,4 | 110,1 | 110,6 | 74,7% | 72,7% |
De lastendruk in Noord-Holland in 2016 voor een ’gemiddelde’ personenauto in de gewichtsklassen waarin de meeste voertuigen voorkomen gaf het volgende beeld (één opcent is 1% van de in de tabel genoemde hoofdsom motorrijtuigenbelasting (MRB) van die gewichtsklasse):
Gewichtsklasse voertuig | Hoofdsom MRB | Tarief opcenten 2016 | Lastendruk |
751 t/m 850 kg. | € 107,91 | 67,9 | € 73,27 |
851 t/m 950 kg. | € 136,50 | 67,9 | € 92,68 |
951 t/m 1.050 kg. | € 183,24 | 67,9 | € 124,42 |
1.051 t/m 1.150 kg. | € 229,98 | 67,9 | € 156,16 |
1.151 t/m 1.250 kg. | € 276,72 | 67,9 | € 187,89 |
1.251 t/m 1.350 kg. | € 323,45 | 67,9 | € 216,62 |
Belastingcapaciteit opcenten, Meicirculaire 2015, blz. 61
Financiële kengetallen in relatie met het BBV
Jaarrekening 2016 | Rekening t-1 2015 | Rekening t | Begroting t+1 | |
A | Aantal opcenten MRB | 67,9 | 67,9 | 67,9 |
B | Landelijk gemiddelde opcenten in jaar er voor | 82,2 | 80,4 | 80,5 |
C | Aantal opcenten t.o.v. landelijk gemiddelde in jaar er voor (A/B) x 100% | 82,6% | 84,5% | 84,3% |